Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch de dochter van Farao toog van de [40]stad Davids op tot haar huis, hetwelk [41]hij voor haar gebouwd had; toen bouwde hij [42]Millo. 40. Zie boven, hfdst.8 vs.1. 41. Namelijk, Salomo. 42. Zie boven, vs.15.